Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

chloortalidon

Chloortalidon is een plasmiddel (diureticum). Het zorgt ervoor dat u meer moet plassen. Hierdoor houdt u minder vocht vast. Dit verlaagt de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart. 

Artsen schrijven het voor bij hoge bloeddruk, een hart dat minder goed pompt (hartfalen), als u te veel vocht vasthoudt (oedeem) en nierstenen.

Wat doet chloortalidon en waarbij gebruik ik het?

Hoge bloeddruk

Klachten
Meestal merkt u niets van een hoge bloeddruk. Het is geen ziekte, maar het geeft wel meer kans op hart- en vaatziekten. Bij een hoge bloeddruk stroomt het bloed te hard door de bloedvaten. Dit kan de vaten beschadigen. Beschadigde vaten geven meer kans op een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) en ernstige hartziekten, zoals hartkramp of hartfalen.

Werking
Dit medicijn zorgt ervoor dat uw nieren meer zout uitplassen. Het zout trekt het vocht mee. Hierdoor wordt het overtollige vocht afgevoerd via de plas. U kunt merken dat u vaker moet plassen. Er blijft minder vocht in uw bloedvaten. Hierdoor daalt uw bloeddruk en heeft u minder kans op een beroerte.

Bij een hoge bloeddruk schrijft de arts meestal eerst een plastablet voor. Helpt dat niet genoeg? Dan kan de arts een ander medicijn geven, zoals een bètablokker of een ACE-remmer.

Mensen die met een plastablet hun bloeddruk hebben verlaagd, blijken minder vaak te overlijden aan een beroerte of aan een hartziekte.

Effect
Na 3 tot 4 weken werkt dit medicijn het beste. Zelf merkt u niet veel van de bloeddrukverlagende werking van dit medicijn. U weet pas of het werkt bij een meting van uw bloeddruk. Toch is het belangrijk chloortalidon elke dag in te nemen. Alleen dan kan chloortalidon de hart- en bloedvaten optimaal beschermen.

Lees meer over hoge bloeddruk . “

Hartfalen

Klachten
Bij hartfalen is de pompkracht van het hart minder goed. Het bloed wordt niet meer goed rondgepompt. U bent daardoor sneller moe en kunt last krijgen van vocht in de benen of achter de longen. U bent dan ook sneller benauwd.

Oorzaak
Hartfalen kan verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld een hoge bloeddruk die al lang bestaat, een probleem met de hartkleppen, vernauwing van de bloedvaten rond het hart (kransslagaders), hartritmestoornissen of een hartinfarct.

Werking
Door dit medicijn scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee. Hierdoor wordt het te veel aan vocht afgevoerd via de plas. Er blijft minder vocht achter in de bloedvaten. Daardoor hoeft uw hart minder hard te werken en kan het beter pompen.

Ook door een zoutarm dieet te volgen kunt u de hoeveelheid vocht in uw bloed laten dalen. Uw huisarts of diëtist kan u hierover adviseren.

Behandeling
Behalve het wegnemen van de oorzaak, zoals het behandelen van de hoge bloeddruk of het vervangen van een slechte hartklep, spelen geneesmiddelen een belangrijke rol bij hartfalen. De belangrijkste medicijnen zijn plastabletten en ACE-remmers of angiotensine-II-blokkers.

Artsen schrijven de thiazide-plasmiddelen voor als het hartfalen nog niet ernstig is of als de urinestroom niet te groot mag worden, bijvoorbeeld bij mensen met een vergrote prostaat. Vaak schrijft de arts behalve een plastablet ook een ACE-remmer voor.  

Effect
Het middel zorgt ervoor dat u meer vocht verlies, dit begint na 2 tot 3 uur. En kan 2 tot 3 dagen duren. U merkt dat doordat u vaker moet plassen. Na 3 tot 4 weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

Lees meer over hartfalen . “

Oedeem

Klachten
Het lichaam kan vocht vasthouden bij een verminderde pompkracht van het hart (hartfalen), een verminderde nierwerking of levercirrose (een chronische leverziekte). Of het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals bijnierschorshormonen of vrouwelijke geslachtshormonen.

Het vocht kan zich ophopen op plaatsen waar het normaal niet of nauwelijks aanwezig is. Dit heet oedeem. Dit merkt u het eerst aan dikke enkels en voeten. Ook kan er vocht rond de longen blijven staan. U merkt dan dat u benauwd bent en sneller moe wordt.

Werking
Door dit medicijn scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee. Hierdoor wordt het overtollige vocht afgevoerd via de plas. U merkt dit doordat u vaker moet plassen. Hierdoor slinkt het oedeem en dikke enkels en voeten verdwijnen. Ook de benauwdheid neemt af.

Ook door een zoutarm dieet te volgen kunt u de hoeveelheid vocht in uw bloed laten dalen. Uw huisarts of een diëtist kan u hierover adviseren.

Effect
Het middel zorgt ervoor dat u meer vocht verlies, dit begint na 2 tot 3 uur en kan 2 tot 3 dagen aanhouden. Na 3 tot 4 weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

Lees meer over oedeem . “

Nierstenen

Verschijnselen
Als de urine te veel mineralen, zoals calcium (kalk), bevat, kan dat de vorming van kristallen tot gevolg hebben. Deze kristallen kunnen aangroeien tot ‘stenen’ en dan de binnenkant van de blaas en urinewegen irriteren. Bij het afsluiten van een urineweg kunnen ze een flinke pijnaanval veroorzaken.

Werking
Chloortalidon vermindert de hoeveelheid calcium in de urine. Hierdoor zullen nierstenen met calcium minder snel ontstaan.

Artsen schrijven het voor aan mensen die hier vaak last van hebben. Het ontstaan van een nieuwe steen wordt zo voorkomen. Het duurt een paar weken tot maanden voor het volledige effect van dit middel is bereikt.

Lees meer over nierstenen . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Tekort aan kalium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit het eerst aan spierzwakte, spierkramp of spierpijn, ernstig vermoeid zijn, hartkloppingen of heftige buikklachten

    Als u last heeft van deze klachten, ga dan naar uw arts. Dit kaliumtekort kan ook ontstaan als u dit medicijn al weken tot maanden gebruikt. Uw arts controleert uw kalium meestal na een paar weken. Mocht u een tekort aan kalium in het bloed krijgen, dan kan uw arts u een ander medicijn erbij voorschrijven dat het kaliumtekort opheft. 
    Mensen met hartfalen, levercirrose, nierziekten, of mensen die veel laxeermiddelen gebruiken, hebben hier meer kans op. Ook bij diarree of braken is de kans op een tekort aan kalium groter. Uw arts zal daarom regelmatig de hoeveelheid kalium in uw bloed controleren. Als u diarree heeft of veel moet braken, neem dan contact op met uw arts.

  • Te veel urinezuur in uw bloed

    Dit zuur kan in de gewrichten komen. Meestal gebeurt dit in uw grote teen of in uw voet. Het gewricht kan ontstoken raken en pijn doen. Dit heet jicht.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Duizelig zijn

    De eerste dagen van de behandeling kunt u duizelig zijn. Vooral bij opstaan uit uw bed of uit een stoel. Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op het medicijn. Dit is meestal binnen enkele dagen tot weken. Mensen met hartfalen kunnen hier meer last van hebben. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt dan het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden? Bespreek dit dan met uw arts.

  • Maagdarmklachten, zoals licht misselijk zijn, overgeven, diarree, maagpijn, verstopping en minder eetlust.

    Meestal helpt het als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na een paar dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

    Diarree, overgeven of koorts kan voor uitdroging zorgen. Dit leidt tot erge bijwerkingen. Heeft u diarree en bent u boven de 70 jaar of heeft u een hartaandoening of werken uw nieren minder goed? Dan heeft u meer kans op uitdroging. U moet dezelfde dag nog contact opnemen met uw arts.  De arts kan de dosering van het medicijn tijdelijk verlagen, of het medicijn tijdelijk stoppen.
    Heeft u vaker op een dag last van overgeven? Of heeft u langer dan 2 dagen koorts? Neem dan ook contact op met uw arts.

  • Hoofdpijn

  • Doof of tintelend gevoel in handen of voeten.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt.

    Als u last krijgt van deze verschijnselen, moet u zo snel mogelijk uw arts raadplegen.

  • Erectiestoornis

    Dit komt door de lagere bloeddruk. Als u last heeft van deze bijwerking, vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden of is een ander medicijn geschikter voor u.

  • Dit medicijn kan de huid gevoeliger maken voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp).

    Dit kan jeuk, roodheid en ernstige verbranding geven. Ook kunt u last krijgen van huiduitslag en huidverkleuring. Begint u net met dit medicijn? Blijf dan uit direct zonlicht, vooral tussen 10.00 en 15.00 uur. Draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril. Smeer een zonnebrandmiddel op met een hoge beschermingsfactor en ga niet onder de zonnebank. Als u een ernstige reactie op de zon krijgt, stop dan meteen met het gebruik en neem contact op met uw arts.

  • Minder goed kunnen zien

    Dit komt doordat uw ogen aan het middel moeten wennen. Heeft u hier veel last van? Of gaat dit niet over? Raadpleeg dan uw arts.

  • Te veel suiker (glucose) in het bloed of in de plas. Heeft u diabetes? Dan kunt u een te hoog bloedglucose krijgen door dit medicijn. Controleer daarom vaker uw bloedglucose.

  • Heeft u het syndroom van Sjögren (een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal)? U kunt meer klachten krijgen.

    Dit medicijn vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Misschien is een ander medicijn beter voor u. 
     

  • Ontsteking van de alvleesklier, de galwegen of leveraandoening en bloedafwijkingen. Krijgt u plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht of onverklaarbare blauwe plekken? Of extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel? Dan moet u direct een arts waarschuwen.

  • Benauwd zijn

    Neem direct contact op met uw arts. 

  • Ontsteking van de bloedvaten. De wand van uw bloedvat kan ontstoken raken. Welke klachten u krijgt hangt af van het type bloedvat dat ontstoken raakt.

    Bij milde vormen kunt u last krijgen van huiduitslag met vlekjes of blauwe plekken. Bij ernstige vormen kunt u last krijgen van koorts, minder eetlust en nachtzweten. Als de ziekte vordert kunt u ook last krijgen van klachten als scherpe pijn in de ledematen, pijn op de borst en minder goed voelbare pols.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag en galbulten.

    Raadpleeg bij deze klachten uw arts. Bent u overgevoelig voor dit medicijn? Dan mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom aan de apotheker door. Het apotheekteam let er dan op dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Tekort aan natrium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit het eerst aan plotselinge ernstige vermoeidheid, sufheid en een verminderde eetlust.

    Heeft u last van deze klachten? Ga dan naar uw arts. Meestal ontstaat dit natriumtekort tijdens de eerste weken van het gebruik.
    Vrouwen en oudere mensen hebben hier meer kans op. Ook bij diarree of braken is de kans op een tekort aan natrium groter. Uw arts zal daarom vaak in het begin de hoeveelheid natrium in uw bloed controleren. Als u diarree heeft of veel moet braken, neem dan contact op met uw arts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik chloortalidon gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Hart- en vaatmiddelen van de groep ACE-remmers en de groep angiotensine-II-blokkers. Chloortalidon kan de werking van ACE-remmers en angiotensine-II-blokkers versterken. Dit gebeurt als u al chloortalidon gebruikt en u één van deze medicijnen erbij krijgt. In het begin kunt u erg duizelig worden. Neem het medicijn daarom bij voorkeur voor het slapen in. Als u ligt, voelt u minder duizeligheid. Soms adviseert de arts om 2 of 3 dagen te stoppen met chloortalidon voordat u met het nieuwe medicijn begint. Daarna kunt u chloortalidon weer gebruiken. De arts kan ook starten met een lage dosis van het nieuwe medicijn en die later verhogen.
  • Colestyramine, een cholesterolverlager. De werking van dit medicijn kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk krijgt u een ander medicijn. Of controleert uw arts u extra. Moet u ze beide gebruiken? Zorg ervoor dat u dit medicijn minstens 4 uur vóór colestyramine inneemt.
  • Pijnstillers van het NSAID-type, zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac. Deze pijnstillers kunnen het effect van chloortalidon verminderen. Gebruik deze pijnstillers daarom alleen als uw arts u dit heeft geadviseerd of het heeft voorgeschreven. Merkt u bij het gebruik van deze pijnstillers samen chloortalidon dat uw enkels of voeten dikker worden of bent u weer sneller kortademig? Neem dan contact op met uw arts.
  • Lithium, een middel tegen manische depressie. Plastabletten kunnen de werking van lithium versterken, zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperig zijn, suf zijn. En verwardheid, verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken, en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen. Uw arts moet het lithiumgehalte in het bloed regelmatig laten meten en de dosering eventueel aanpassen.
  • Acetazolamide, een medicijn bij glaucoom en oedeem. Dit medicijn geeft samen met chloortalidon een grote kans op kaliumtekort. U merkt dit aan spierzwakte, spierkramp, spierpijnk minder zin in eten en verstopping. Uw arts kan uit voorzorg een medicijn voorschrijven dat het kaliumverlies tegengaat (amiloride of triamtereen) of dat het kaliumtekort aanvult (kaliumchloride).
  • Andere bloeddrukverlagende medicijnen. De bloeddruk kan te laag worden als u chloortalidon samen met andere bloeddrukverlagers gaat gebruiken. Uw arts houdt hier rekening mee en zal in het begin een lagere dosering voorschrijven. Al naar gelang het effect zal de arts de dosering geleidelijk verhogen.
  • Medicijnen tegen epilepsie carbamazepine en oxcarbazepine, en de medicijnen tegen depressie citalopram, escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline, venlafaxine en vortioxetine. Als u een van deze medicijnen samen met chloortalidon gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. U merkt dit soms aan plotseling hevig vermoeid zijn, suf zijn en verminderde eetlust. Waarschuw dan meteen uw arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden en alcohol drinken?
Ja, dat kan. U mag autorijden en drinken zoals u normaal doet.

alles eten?
U mag eten zoals u normaal doet. Om kaliumtekort te voorkomen, kunt u erop letten kaliumrijk eten te nemen. Kalium zit bijvoorbeeld in bananen, groente en noten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. U zult (tijdelijk) moeten overstappen op een ander veilig medicijn.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven? Overleg dan met uw arts of apotheker. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het medicijn gaat over in de moedermelk en kan zo schadelijk voor de baby zijn. Ook kan het er voor zorgen dat de moedermelk afneemt. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt kunstvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de goede dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

Tablet: slikken met een half glas water.

Wanneer? 

Neem dit medicijn het liefst in de ochtend. U heeft dan minder last van vaker moeten plassen. Slik dit medicijn liever niet later dan 16:00 uur. Anders heeft u kans dat u in de nacht uit bed moet om te plassen.

Hoelang?

Hoge bloeddruk

  • Een behandeling voor hoge bloeddruk duurt meestal lang. Als dit medicijn goed bij u werkt, moet u dit medicijn waarschijnlijk uw leven lang gebruiken.

Een lichaam dat veel vocht vast houdt (oedeem)

  • Hoe lang u dit middel moet gebruiken, hangt af van de oorzaak van het oedeem. Als u een een hart heeft dat minder goed pompt (hartfalen) moet u het waarschijnlijk lange tijd gebruiken.

Nierstenen met kalk. 

  • Als dit middel goed bij u werkt, moet u dit middel waarschijnlijk lange tijd gebruiken.